Human Rights Day: “Integreer het omstaandersprincipe in bedrijven en marketing”
Naar aanleiding van de Dag van de Mensenrechten die op 10 december gevierd wordt, acht de BAM Think Tank Diversity & Inclusion het moment daar om ‘allyship’ of het omstaandersprincipe onder de aandacht van de bedrijfswereld te brengen. Merken, organisaties en hun medewerkers die de problematiek van grensoverschrijdend gedrag erkennen, herkennen en gepast aanpakken, plukken daar immers op verschillende niveaus de vruchten van.
We praten met Tom Sweetlove, captain van de Think Tank Diversity & Inclusion, en expert ter zake Katrien Staelens. Als beleidsmedewerker Gelijke Kansen is zij nauw betrokken bij de omstaanderstrainingen van Stad Gent – een pionier binnen deze thematiek.
Voor heel wat Gentenaars is het omstaandersprincipe geen nieuw begrip. Als stad zetten jullie er al lange tijd actief op in. Hoe is dat gegroeid?
Katrien Staelens: “We beschikken over een stedelijk Actieplan Antidiscriminatie en Antiracisme, dat we telkens opmaken voor een volledige legislatuur. Daarin zetten we een reeks initiatieven op een rijtje om discriminatie en racisme zo actief mogelijk te bestrijden. Het gaat om acties in verschillende domeinen, zoals onderwijs, wonen en zeker ook werk. Vanuit de noden die we in de maatschappij opmerkten, besloten we voor de legislatuur 2020-2025 de nadruk te leggen op het omstaandersprincipe. Ongewenst gedrag op de werkvloer of in de openbare ruimte komt jammer genoeg vaak voor, en dus willen we de Gentenaars handvatten bieden om er passend op te reageren.
De lancering van dat actiepunt leverde meteen erg veel respons op, waarna we een goed plan van aanpak moesten uittekenen. Individuele Gentenaars en teams uit het verenigingsleven of de bedrijfswereld kunnen sindsdien een omstaanderstraining aanvragen, waarin ze leren omgaan met allerlei vormen van ongewenst gedrag.”
Via een succesvolle campagne met undercovervideo’s legden jullie de vinger meteen op de zere plek.
Katrien Staelens: “We hebben die filmpjes er direct aan gekoppeld om aan te tonen hoe concreet en herkenbaar deze problematiek is, en dat ongewenst gedrag iedereen kan overkomen. Tegelijk beseffen veel mensen zo dat ze wel willen reageren op zulke situaties, maar eigenlijk niet goed weten hoe.”
Zijn de opleidingen populair bij bedrijven?
Katrien Staelens: “In de beginfase schreven voornamelijk middenveldorganisaties en jeugdverenigingen zich in, maar het laatste jaar merken we echt een shift op naar de Gentse ondernemingen. Zo was er een groot chemiebedrijf dat eerst een testsessie inplande, om vervolgens alle personeelsleden de kans te geven zo’n training te volgen. Heel wat sectoren beginnen hun weg te vinden naar ons aanbod.”
De visie van de BAM Think Tank Diversity & Inclusion is duidelijk: de bedrijfswereld maar ook de marketingcommunity moet hier dringend stappen in zetten.
Tom Sweetlove: “Absoluut, en dat heeft verschillende redenen. Onderzoek bevestigt dat een focus op allyship bijdraagt tot het creëren van inclusieve werkplekken. Daarnaast zet een veilige werkomgeving medewerkers aan om hun bedrijf bij anderen aan te bevelen. Voor marketeers die werken op employer branding, kan dat wel tellen.
Bedrijven die zich positioneren als actieve bondgenoot van minderheidsgroepen, zien dat bovendien vertaald in een positieve uitstraling naar de buitenwereld toe. Als consumenten voelen dat je als merk tegemoet wil komen aan de complexe uitdaging om diversiteit te omarmen en opkomt tegen racisme en grensoverschrijdend gedrag, stijg je terecht in hun achting.”
Welke tips komen steevast aan bod in zo’n omstaanderstraining?
Katrien Staelens: “Bij de start van een opleiding zijn de meeste mensen wat terughoudend en vragen ze zich af of het een communicatietraining is. Maar je kan op meerdere manieren op ongewenst gedrag reageren en je hoeft zeker geen held of tafelspringer te zijn die de dader meteen confronteert. Wat deelnemers vaak bijblijft, is dat het ook erg waardevol is om steun te verlenen aan het slachtoffer. Aangeven dat je een incident zag gebeuren, niet oké vindt en eventueel bereid bent om er in de toekomst samen tegen op te treden, kan ook een groot verschil maken. Iedereen reageert vanuit de eigen rugzak en persoonlijkheid.
Het gedrag van een dader veranderen, is een moeilijk en langdurig proces dat je allicht niet via een omstaanderstraining kan realiseren. Maar zo zet je wel de norm als bedrijf, zo toon je waar de grenzen liggen.”
Aandacht voor allyship kan dus een positieve invloed hebben op hoe mensen een merk percipiëren. Betekent dat dat je het niet alleen in je interne maar ook in je externe communicatie en marketing moet meenemen?
Tom Sweetlove: “Dat kan alleszins een interessante alternatieve invalshoek zijn. Een tv-spot hoeft niet altijd grappig of leuk te zijn, je kan er ook een belangrijk maatschappelijke thema mee aanboren. In een campagne subtiel tonen hoe groot de impact van het omstaandersprincipe kan zijn, op een originele manier en niet met een belerend vingertje, klinkt als een mooie win-win.”
Katrien Staelens: “Het draait inderdaad om de intentie waarmee je anderen tips geeft. Ook in mijn trainingen benadruk ik altijd dat het niet mijn doel is om mensen te zeggen wat ze wel of niet moeten doen. Ik reik gewoon een aantal zaken aan waarmee ze aan de slag kunnen.
Terugkomend op het punt van employer branding en het nut van zulke klemtonen in externe communicatie: ook onze HR-dienst zet daar sterk op in. Het is dan ook niet evident om de openstaande vacatures in te vullen, want jongere generaties denken heel bewust na over hun keuze van werkgever. Diversiteit en inclusie zijn vandaag de norm, dus je zet er maar beter op in als bedrijf.”
Consistentie lijkt dan wel een belangrijk punt. Niet eenmalig een campagne voeren over het omstaandersprincipe om dan verder geen aandacht te besteden aan diversiteit en inclusie.
Katrien Staelens: “Inderdaad, je moet het doortrekken in alles wat je doet. Daarom bieden wij naast de standaardvorming, die twee uur duurt, ook verdiepende sessies aan. Dat daar vraag naar is, bewijst toch dat er in de bedrijfswereld nog mogelijkheden liggen om hier verdere stappen in te zetten, zowel qua personeelsbeleid als in het kader van marketing.
Tegelijk zijn zo’n trainingen niet zaligmakend. Daarom bieden we meestal een heel traject rond diversiteit en inclusie op de werkvloer aan vanuit het Gentse Agentschap voor Integratie en Inburgering Amal. De omstaandersopleidingen zijn daar dan één facet van.”
Tot slot: welke andere steden, bedrijven of organisaties inspireren jullie?
Tom Sweetlove: “In navolging van de FIFA en #SayNoToRacism werkt de Belgische Pro League proactief aan online campagnes tegen racisme in het voetbal. Belangrijk, want waar er op het terrein zelf weinig sprake is van discriminatie, is er daarrond wel nog werk aan de winkel.”
Katrien Staelens: “Vanuit het Vlaamse Plan Samenleven werd Stad Gent aangeduid als mentorbestuur op vlak van het omstaandersprincipe. We hebben een lerend netwerk waarin een veertiental steden en gemeenten zitten, van Menen tot Zonhoven, van klein tot groot, waarmee we regelmatig in gesprek gaan. Het is fijn om te zien dat zoveel besturen hiermee aan de slag gaan en mooie resultaten boeken. En ook de vele vragen die we krijgen vanuit ondernemingen, zijn een positief signaal.”