Direct marketing blijven gebruiken bij prospectie: wij nemen initiatief!

Bij de nieuwe GDPR-wetgeving – die ter herinnering op 25 mei 2018 van kracht wordt – gaan nogal wat mensen en overheden ervan uit dat toestemming van de consument de enige wettelijke basis is om persoonlijke gegevens te gebruiken voor marketingdoeleinden (zowel bij communicatie aan prospecten, bestaande klanten als bij de commercialisering van de gegevens voor direct marketingdoeleinden).Met andere woorden: enkel wanneer de consument zijn toestemming geeft, mag een bedrijf met die consument contact opnemen.

Deze praktijk zou heel wat moeilijkheden veroorzaken bij bijvoorbeeld prospectie via direct marketing (en tegelijkertijd voor de commercialisatie van prospectiegegevens). Prospecten hebben in vele gevallen immers nog geen contact gehad met een bedrijf waardoor ze per definitie hun toestemming niet kunnen geven.

Het legitiem belang

Er bestaat evenwel nog een tweede basis om met persoonlijke gegevens om te gaan. Dat is het legitiem belang. Hiermee wordt bedoeld dat bedrijven, op die basis, persoonlijke gegevens kunnen blijven verwerken die noodzakelijk zijn voor hun werkzaamheden. Hierdoor zouden direct marketingactiviteiten verder kunnen gevoerd worden in de toekomst. Het spreekt daarbij uuteraard voor zich dat dit belang voortdurend in evenwicht moet worden gebracht met de rechten van de personen die in het bestand geregistreerd zijn.

Het lijkt er evenwel sterk op dat die tweede basis riskeert door de lokale overheden niet aanvaard te worden, ondanks het feit dat legitiem belang in de wetteksten ingebed is. Dat zou de direct marketing sector in gevaar brengen. We becijferden de gevolgen ervan: een waarde van 271 miljoen euro (in 2016) gaat verloren, net als zo’n 1000 jobs. De indirecte impact is echter nog groter. Elke euro geïnvesteerd in direct marketing genereert een extra omzet van 8 tot 21 euro. De indirecte impact bedraagt dan ook 561 miljoen euro (én 60.000 bedreigde jobs).

Van overleg met ministers tot gedragscode

Wij nemen dan ook het initiatief om de overheid te overtuigen van het belang om deze tweede basis in lokale wetgeving te erkennen. Daarvoor schreven we een position paper, mee ondertekend door de andere actoren van de Belgische markt (de Unie voor Belgische Adverteerders, de Raad voor de Reclame, ACC Belgium, The Ppress, UPP, La Presse en Medianet Vlaanderen) en vragen we aan de de Belgische ministers bevoegd voor privacy, digitalisering en consumentenzaken het gesprek met de sector aan te gaan.

Daarnaast zullen we voor jullie – leden – een gedragscode ontwikkelen om ervoor te zorgen dat jullie op een goede en correcte manier met de mogelijkheden en beperkingen omgaan.