“Waar de mensen zijn, daar moeten wij ook zijn”

Wat was het vroeger simpel: heel de familie zat om acht uur samen voor de enige televisie die ze in huis hadden en keek de ganse avond naar wat de BRT of de RTB hen voorschotelde. Van “niet-lineair kijken”, “bingewatchen”, YouTube of Play More had nog geen mens gehoord. Die tijden zijn voorbij, het kijklandschap is nog nooit zo gefragmenteerd geweest. Hoe ga je daar als tv-station mee om? Zit er ook een positieve kant aan? En wat brengt de toekomst? Dat vroegen we aan Bob Madou, algemeen manager marktstrategie van de VRT, en Fabrice Massin, directeur interactieve media van de RTBF.

 

 

marketing & media

 

Laten we beginnen met een vaststelling die de tv-zenders in ons land toch een béétje moet geruststellen: we kijken meer naar televisie dan ooit. Uit cijfers die de krant De Morgen eind september bij de verschillende mediagroepen opvroeg, bleek dat Vlamingen dagelijks gemiddeld zo’n 3 uur en 41 minuten voor het scherm doorbrengen, dat is zeven minuten meer dan een jaar geleden. In Franstalig België zien we eenzelfde evolutie. Wat wel overduidelijk is, is dat we anders kijken dan vroeger. Meer online, meer uitgesteld en meer naar opgevraagde programma’s.

“Net als in veel andere landen is het begrip “tv kijken” ook bij ons helemaal aan het veranderen”, zegt Fabrice Massin. “Zeker bij de generatie jonger dan 30 wordt er veel meer gekeken op tablets, op smartphones en op pc’s. Ook de manier waarop evolueert. Bij de RTBF worden programma’s door gemiddeld acht tot zelfs dertig procent van de kijkers in time shift bekeken. En vergeleken met Vlaanderen is dat zelfs nog vrij weinig.”

TV

 

Wat online? Wat niet?

Ook op de VRT ziet men de bui hangen. “De media-mix is inderdaad sterk aan het veranderen”, bevestigt Bob Madou. “Wat je ziet, is dat de klassieke kanalen, die nog altijd bijzonder populair zijn, meer en meer aangevuld worden met allerlei nieuwe platformen. We moeten met onze merken dus steeds meer vechten voor de eindige aandacht van de kijker, want een dag heeft maar 24 uren. Concreet betekent dat dat we zowel moeten omgaan met die shift naar nieuwe platformen, als excelleren in de klassieke media. Dat is nieuw, ja, en dat brengt nieuwe vragen en uitdagingen mee: wat bied je aan op je eigen kanalen en wat op dat van andere partijen? Hoe ver ga je in het delen van content op YouTube? Daar moet je op een slimme manier mee omgaan. Maar het is onvermijdelijk. Het domste wat je nu zou kunnen doen, is vasthouden aan het verleden en doen alsof er geen evolutie is.”

Doen alsof er niks aan de hand, daar kunnen we onze vaderlandse zenders allerminst van beschuldigen. Zowel bij de VRT als de RTBF wordt er volop geëxperimenteerd met digitale platformen en content delivery. De twee omroepen hebben bijvoorbeeld elk een site (respectievelijk VRT.nu en Auvio gedoopt) waarop zowel live kan gekeken worden als oude en nieuwe programma’s kunnen worden opgevraagd. Die programma’s kunnen daarnaast ook binnengehaald worden via de platformen van telco’s als VOO, Proximus en Telenet. Verschillende merken van de VRT en de RTBF hebben ook eigen apps en sites, waarop video te bekijken valt, zoals bijvoorbeeld Studio Brussel, Ketnet, Eén en RTBF.be. Last but not least zijn de VRT-zenders ook beschikbaar via Stievie, een app/website (eigendom van Medialaan, de holding boven VTM) die op millenials mikt die wel tv willen kijken, maar geen klassiek kabelabonnement willen afsluiten.

“We benaderen dat soort zaken ook niet voor elk merk op dezelfde manier”, zegt Madou. “Een zender als Eén wordt vaak nog heel klassiek beleefd, met een belangrijk aandeel voor lineair kijken: samen in de zetel naar een vervolgverhaal als Thuis kijken, is voor veel families nog een dagelijks ankermoment. Voor Canvas ligt dat al anders. Je voelt aan dat documentaires en reeksen zich beter lenen om ook op een digitale manier een langer leven te leiden.” Voor Studio Brussel – een merk dat op 18-44 mikt – gaat het nog een stap verder. Presentator Stijn Vandevoorde maakte onlangs bijvoorbeeld een documentaire over zijn liefde voor Groot-Brittannië. De reeks, vier afleveringen van ongeveer twintig minuten, werd zowel aangeboden op VRT.nu, als on demand op Telenet.

Drie shots voor Snapchat

Naast al deze inspanningen via eigen platformen houden de twee zenders ook heel goed de bestaande kanalen in de gaten. Zowel de VRT als de RTBF hebben al reeksen verkocht aan de Amerikaanse streaming-gigant Netflix, Beau Séjour bijvoorbeeld, of La Trêve. En uiteraard zijn er ook de obligate Facebook-, Instagram- en YouTube-accounts waarmee de digitale consument bereikt moet worden. De RTBF lijkt daarin zelfs nog iets verder te gaan dan de VRT. “We hebben binnen de RTBF een speciale cel die zich enkel bezighoudt met het creeëren van content en web series voor dat soort platformen”, legt Fabrice Massin uit. “Ik denk dat we daarmee ongeveer de eersten in Europa zijn. Dat zijn dus programmaatjes van drie of vier minuten, qua lengte zijn die perfect afgestemd op het kijkgedrag via zulke kanalen. Sinds kort zijn we zelfs filmpjes beginnen maken voor Snapchat. Die duren nog korter: dat zijn hoop en al drie of vier shots in twintig seconden.”

Het verdelen van content via zulke sociale media zal in de toekomst ook almaar belangrijker worden, denkt Massin. Dat soort experimenten zijn dus absoluut niet vrijblijvend of triviaal. “U herinnert zich ongetwijfeld nog de aanslagen van 22 maart in Brussel. Weet u wat toen voor de Waalse burgers het meest gebruikte informatiekanaal was om op de hoogte te blijven van wat er gaande was? Dat was onze zender La Une. Weet u wat op de tweede plaats kwam? Facebook. Nog voor RTL en ver voor de sites van de kranten. OK, je hebt dan het hele verhaal van fact checking en fake news waarin Facebook nog wel een tandje bij zou kunnen steken, maar ik denk dat deze trend de komende jaren alleen maar sterker zal worden. Eigenlijk is het simpel: welk platform we gebruiken om het merk RTBF te versterken, maakt op zich niet zo veel uit. Wij moeten gewoon zorgen dat we daar zijn waar de mensen zitten.”

Data voor aanbevelingen

Om af te sluiten: het verdelen van programma’s via digitale kanalen geeft de zenders niet alleen de kans om een jonge generatie kijkers te bereiken. Inherent is het zo ook mogelijk om een gigantische hoeveel digitale data en gegevens te verzamelen. Wordt dat al gedaan? En zo ja, waar worden die gegevens dan voor ingezet? “Het profiel dat je gebruikt om in te loggen willen we vooral gaan gebruiken om de user experience van de kijkers te verbeteren”, zegt Bob Madou. “Dat kan heel breed gaan, van het versturen van nieuwbrieven, over suggesties geven voor programma’s tot betere persoonlijke diensten. De reclamemogelijkheden bekijken we ook. Daar zijn zeker mogelijkheden, maar dat ligt voor ons natuurlijk anders dan voor een puur commerciële speler.”

Ook bij de RTBF wordt bekeken hoe de single sign on kan gebruikt worden voor het personaliseren van de site en voor aanbevelingen, zegt Fabrice Massin. “We hebben die gegevens trouwens ook nodig om Belgen in het buitenland toegang te geven tot onze digitale diensten, dat is iets waartoe we binnenkort door Europa verplicht worden. Maar die data verkopen aan derde partijen? Dat lijkt me totaal uitgesloten. Wij zijn een openbare dienstverlener, dat is niet onze missie.”