Innoveren onder de radar

Meer en meer bedrijven kiezen ervoor om hun innovatie-inspanningen in een aparte afdeling te concentreren, die dan door het leven gaat als de ‘innovatie-hub’ of (nog hipper) het ‘innovation lab’. Waarom doen ze dat en wat zijn daar de voordelen van?

 

innovation labs_600-250

 

Google heeft zijn “Google X”, bij Facebook heet het “Building 8” en bij AmazonGrand Challenge”: top secret innovatiedepartementen die met absolute spitstechnologie bezig zijn en aan soms verbluffende “uitvindingen” werken. Niet voor niets worden die uitvindingen bij Google dan ook “moonshots” genoemd. Op die schaal gebeurt het in ons land niet, maar toch splitsen ook hier verschillende ondernemingen hun innovatie-departement af. Er wordt in de luwte gewerkt, weg van de besognes van elke dag, om klaar te zijn voor de disruptieve toekomst.

Citroën

Bpost bijvoorbeeld pimpte een oude Citroën-garage om tot een ‘Future Lab’. Patrick Leysen is er het hoofd van. “We kunnen daar in alle rust nieuwe diensten en producten ontwerpen en ze testen”, zegt hij. “We werken vooral rond e-commerce, logistiek en het opbouwen van een relatie met shoppers, zowel on- als offline. Ook alles wat te maken heeft met ecologie krijgt onze aandacht. Let wel: dat wil niet zeggen dat we zo maar in het wilde weg experimenteren. We houden ons aan bepaalde “design directions” en we proberen echt in te spelen op de behoeften en noden van onze klanten en soms doen we dat ook in co-creatie. Wij zijn trouwens ook lang niet de enige innovatie-afdeling binnen bpost, er zijn nog verschillende andere initiatieven.” 

De ploeg van Future Lab bestaat uit zes mensen. Leysen: “We werken een beetje onder de radar en redelijk autonoom, ja. We rapporteren bijvoorbeeld ook rechtstreeks aan de directie. De missie is vooral om goede ideeën zo snel mogelijk tot realiteit te brengen. Wij werken aan zaken waarvan we denken dat de consument ze binnen twee à drie jaar belangrijk zal vinden.”

Leysen gelooft in verschillende soorten innovatie, zegt hij. Bedrijven moeten voortdurend hun processen incrementeel verbeteren, maar mogen ook radicale innovatie niet uit het oog verliezen. Daarvoor is er het Future Lab. Waaraan de ploeg momenteel werkt, wil hij echter niet verklappen. “Ik mag er niks over zeggen”, lacht hij. “Maar we hopen binnenkort naar buiten te komen met onze eerste producten.”

Radar

Ook bij uitgeverij Roularta is er een innovatieploeg aan de slag, vier man sterk, al is de aanpak er wel wat anders en is de scope breder dan bij bpost, zegt directeur Erwin Danis: “Het lab werkt op drie grote assen. Het is in de eerste plaats onze radar om nieuwe trends en technologieën te spotten en te onderzoeken hoe die voor ons van belang kunnen zijn. Een tweede as is het verbeteren van de operationele efficiëntie en de customer journey binnen het bedrijf. En de derde: het ontdekken van en samenwerken met startups. Van welke startups kunnen we klant worden? Met welke gaan we partnerships aan?”

Twee projecten waar het lab nu aan werkt, draaien rond “content recommendation” en “content adaptation”, legt Danis uit. “Bij content recommendation gaan we gepersonaliseerd de juiste content die wij produceren aan de verbruiker aanbieden. Als wij bijvoorbeeld weten dat je geïnteresseerd bent in, pakweg, “binnenlandse politiek”, dan zullen die onderwerpen vaker in de stream opduiken. Bij “content adaptation” gaan we dan weer de content aanpassen aan het tijdstip, de voorkeuren van de verbruiker, de context en het apparaat waarmee die geconsumeerd wordt. Zo krijg je bijvoorbeeld ’s avonds op je tablet een lang artikel te lezen over een bepaald onderwerp, terwijl dat ’s ochtends op je smartphone maar korte headers zullen zijn. Hiervoor werken wij samen met externe technologische partners en onderzoeksgroepen van de universiteiten.”

De werking is in de loop van de tijd wel geëvolueerd, zegt Danis. “Vroeger vroegen we vooral input en pushten we zelf zaken naar buiten, nu krijgen we ook voorstellen of vragen van onze business units zelf. Dat is een goede zaak want helemaal alleen op je eilandje aan innovatie doen is totaal niet onze doelstelling.”

Members Only

Wie dat principe ook huldigt, is het data-driven marketingbedrijf Bisnode. Vroeger hadden ook zij een “members-only” innovatiecel, maar daar is men mee gestopt, zegt Florent Diverchy, Belgisch vertegenwoordiger voor de Innovation Board binnen de Bisnode Group. “Ik denk dat jezelf in een soort kelder verstoppen niet werkt”, zegt hij. “Ten eerste schep je zo te veel afstand met de markt en de klant, en ten tweede: innovatie komt van iedereen en zit in alle departementen. Wanneer men “innovators” afzondert, geef je de rest van het personeel het gevoel dat zij geen bijdrage kunnen leveren. En dat willen we niet: elke stem in het bedrijf moet gehoord worden.”

Zo organiseert Bisnode regelmatig bijvoorbeeld “Sprinnovations”. Daarbij worden verschillende mensen een week samen gezet om aan een bepaalde challenge te werken. Na een week moeten ze hun prototype voor de rest van het bedrijf presenteren. “Een ander nieuw initiatief is ons Innospark-project”, zegt Diverchy. “Daarbij kan elke werknemer een voorstel doen als antwoord op een concrete vraag van een klant. Daarna wordt er op die ideeën gestemd en de beste worden inderdaad aan de klant gepresenteerd. Onze mensen participeren heel graag aan zulke challenges en zo zorgen we ook voor tevreden medewerkers.”